Ontdekking en opgraving van het Romeinse theater van Volterra
Het Romeinse theater van Volterra, een belangrijke archeologische vondst, werd in de jaren vijftig opgegraven tijdens opgravingen onder leiding van Enrico Fiumi. Dit theater ligt net buiten de Porta Fiorentina in Vallebuona en is een van de best bewaarde Romeinse theaters van Italië.
Ontvang uw dosis Geschiedenis via e-mail
Bouw van het Theater
Het theater werd gebouwd aan het einde van de 1e eeuw voor Christus tijdens de Augustus-periode en werd gefinancierd door de welvarende familie Caecina uit Volterra. De Guarnacci Etruskisch Het museum herbergt een inwijdingsopschrift waarin Gaius Caecina Largus en Aulus Caecina Severus, de laatste die van 2 tot 1 vGT als consul diende, worden genoemd als de inwijders van het theater.
Door de natuurlijke helling van de heuvel te benutten voor de bouw, vergelijkbaar met Griekse theaters, werd de locatie van het theater gekozen vanwege de afwezigheid van bestaande structuren, met alleen containmentwerken uit de 2e eeuw v.Chr. Deze strategische keuze vergemakkelijkte de integratie van het theater in het landschap.

Architectonische kenmerken
De cavea van het theater, met stoelen vervaardigd uit lokale kalksteen, bood plaats aan maximaal 3,500 toeschouwers. Sommige zetels droegen de namen van invloedrijke Volterran-families, wat de sociale hiërarchie en de bekendheid van de families benadrukte.
De scaenae frons, 36 meter lang, toonde een uitgebreid ontwerp dat typerend was voor de architectonische experimenten uit de Augustijnse periode. Het had een grote gebogen nis in het midden, die leidde naar de kamers achter de scena. De twee verdiepingen tellende scena, versierd met Corinthische zuilen en bijna 16 meter hoog, was versierd met beelden van Keizer Augustus en keizerin Livia. De opgraving bracht drie standbeeldhoofden aan het licht, die nu tentoongesteld worden in het Guarnacci Etruskisch Museum. Delen van de scène die er nu staat, werden eind jaren 1970 gereconstrueerd uit de originele fragmenten die op de site werden gevonden.
Het orkestgedeelte, geplaveid met gekleurd marmer, roept vragen op over de originaliteit ervan en of het een latere toevoeging was tijdens een restauratie halverwege de 1e eeuw na Christus. Het theater beschikte ook over een velarium, een luifel die schaduw bood aan het publiek, ondersteund door palen die in consoles rond de cavea waren geplaatst.

Later gebruik en verval
Tegen het einde van de 3e eeuw raakte het theater buiten gebruik. In de 3e tot 4e eeuw werd in het gebied achter de scène een openbaar bad gebouwd, wat een verschuiving in de functie van de locatie markeerde.

Opgravingsinspanningen
De eerste ontdekkingen van Romeinse overblijfselen in 1941 tijdens de aanleg van een sportveld in Vallebuona leidden tot de uiteindelijke opgraving onder leiding van Fiumi in 1950. Hoewel hij geen professionele archeoloog was, maakte Fiumi's passie voor archeologie en lokale geschiedenis, in combinatie met zijn rol in het psychiatrisch ziekenhuis van Volterra, deze belangrijke archeologische onderneming mogelijk. Het opgravingsteam bestond uit ziekenhuispatiënten en personeel, waarbij ergotherapie in het project werd geïntegreerd. Ter erkenning van hun bijdragen werden er in 1952 en 1993 plaquettes geïnstalleerd ter ere van de patiënten en Fiumi, respectievelijk.

Culturele erfenis
Tegenwoordig dient het Romeinse theater van Volterra niet alleen als een getuigenis van de Romeinse architectonische vindingrijkheid, maar ook als een culturele locatie. Elke zomer is er een internationaal festival, opgericht door acteur en regisseur Simone Migliorini, dat nieuw leven inblaast in dit oude bouwwerk.
Het Romeinse theater van Volterra is, door de ontdekking, opgravingen en het voortdurende gebruik ervan, nog steeds een belangrijke plek voor het begrijpen van de Romeinse architectuur, sociale hiërarchieën en culturele gebruiken. Ook vormt het een inspiratiebron voor hedendaagse culturele uitingen.
Bronnen:
Wikipedia